Paarden van Venetië
Start Omhoog Reisverhaal Fotoalbum Interessante linken Hotel

 

Start
Omhoog
Paarden van Venetië
Tips
Autovrije stad
Carnaval
Geschiedenis
Plattegrond
Dogenstad
 DE PAARDEN VAN SAN MARCO 

Alles gaat in Venetië te voet of per boot. Met paarden kunnen de Venetianen in hun nauwe straatjes niet uit de voeten. Maar waarom staan op de façade van de San Marco-basiliek dan sinds mensenheugenis al vier imposante bronzen paarden, zo fier en vitaal dat het lijkt of ze op het punt staan naar beneden te springen?  
In Venetië namen restaurateurs in de jaren zeventig de bronzen paarden op de façade van de San Marco-basiliek onder handen. De uitstoot van nabijgelegen industrie had het vergulde oppervlak van de paarden ernstig aangetast. Sindsdien staan er bronzen replica's op de gevel van de San Marco. De originele paarden zijn in de basiliek geplaatst, waar ze hun lange leven veilig kunnen voortzetten.


Constantnopel
De statige rust die de paarden uitstralen in de met mooie, goudkleurige mozaïeken gedecoreerde gewelven van de San Marco staat in schril contrast met hun zeer bewogen verleden. Ooit waren ze het blinkende middelpunt van het Hippodroom, het stadion in Constantinopel (het huidige Istanbul) dat plaats bood aan tienduizenden toeschouwers. Na de val van Rome in 476 had Constantinopel - als hoofdstad van het Oost-Romeinse rijk - de scepter overgenomen als hoeder van de Romeinse cultuur. Terwijl het Circus Maximus in Rome langzaam maar zeker in verval raakte en als steengroeve werd gebruikt, vonden in zijn oostelijke tegenhanger, het Hippodroom, zeer spectaculaire wagenraces plaats. Hoog boven het startpunt stonden de vier paarden van brons, waarschijnlijk voor een zegekar, met hun gouden omhulsel schitterend in de warme, mediterrane zon. De herkomst van de paarden is tot op de dag van vandaag een betwist punt. Sommige wetenschappers houden het erop dat de beelden zijn gemaakt in Constantinopel, in de tijd van de keizer Constantijn (vierde eeuw na Chr.). Anderen beweren dat de paarden afkomstig zijn uit het oude Rome - dat ze ooit zijn vervaardigd voor een triomfboog van keizer Nero (in de eerste eeuw na Chr.) - en door Constantijn zijn verscheept naar zijn 'nieuwe Rome', Constantinopel. Volgens weer een andere theorie stammen de paarden uit het klassieke Griekenland, ten tijde van Alexander de Grote (in de vierde eeuw voor Chr.) en zijn ze via Egypte in Constantinopel beland. Hoe het ook zij, de enorme paarden zijn uniek: er is geen enkel ander bronzen vierspan uit de oudheid overgebleven.  


Plunderaars op kruistocht
“Sic transit gloria mundi”, alle wereldse roem is vergankelijk. De Romeinen wisten dat maar al te goed. Na eeuwen van voorspoed begon ook het Oost-Romeinse - of Byzantijnse - rijk in zijn voegen te kraken. Corruptie aan de top en aanvallen van nomadische stammen hadden het rijk ernstig verzwakt. In de tussentijd had zich aan de oevers van de Adriatische Zee uit een. nogal zompig dorp in een moerasdelta een welvarend handelsrijk ontwikkeld: de Venetiaanse republiek. Een stadstaat van gehaaide kooplieden, die precies wisten waar winst was te halen. Het van goud en andere rijkdommen bulkende Constantinopel lag als een rijpe buit te wachten. Er moest zich alleen nog een juiste gelegenheid voordoen. En die bood zich geheel spontaan aan in 1204, toen een haveloos kruisvaardersleger, dat zich in Noord-Italië had verzameld, een manier zocht om veilig naar het heilige land Palestina te komen om daar de moslims over de kling te jagen. Over land reizen was voor hen te gevaarlijk; de strijdvaardige pelgrims uit drie eerdere kruistochten waren op de Anatolische vlakten hardhandig te grazen genomen door de Seldjoekse Turken, die op razendsnelle paardjes hun vijanden met zwaarden een kopje kleiner maakten. De Venetiaanse doge Enrico Dandolo bood aan de kruisvaarders met 500 schepen over te zetten naar Palestina, alwaar ze Gods nobele werk ongestoord konden voortzetten. De kruisvaarders hadden te weinig geld voor de overtocht, maar daar wist de doge wel wat op. Het was simpel: de kruisvaarders moesten de Venetianen onderweg gewoon even helpen wat vuiltjes uit de weg te ruimen.

Zara  
Het eerste vuiltje was de rijke stad Zara, een geduchte concurrent van Venetië in de Adriatische regio. De kruisvaarders overrompelden Zara in no time en plunderden de stad volledig. Het twee de vuiltje was Constantinopel. Met de smoes dat de keizerstroon in handen was van een bedrieger en dat de wettige Basileus werd beschermd door de Venetianen, bestormden de gedreven kruisvaarders de machtige muren die de stad eeuwenlang hadden beschermd tegen Hunnen, Gothen en Noormannen. De verwoesting die ze aanrichtten was totaal en beestachtig. De kruisvaarders baadden letterlijk in het bloed. In de Hagia Sofia -  de hoofdkerk van het orthodoxe christendom - poepten paarden op de vloer, danste een prostituee op de troon van de gedode patriarch en werd al het goud van de wanden gesloopt. Alles wat ook maar enige waarde had, verdween naar de grote schepen van de Venetianen, waaronder ook de vier bronzen paarden uit het Hippodroom. Om het transport te vergemakkelijken werden de hoofden van de lichamen gescheiden.

Bijna omgesmolten
In Venetië werden de paarden met veel tamtam onthaald. Ze waren veel méér dan oorlogsbuit; hun verovering symboliseerde de geknakte macht van het Byzantijnse rijk, ooit de aartsconcurrent van Venetië. Om deze symboliek te benadrukken, speelden de Venetianen met het idee om de paarden om te smelten tot schilden, zwaarden en ander oorlogstuig. Ze werden alvast klaargezet bij de ovens van het Arsenaal, de scheepswerf van Venetië. Daar bleven de paarden meer dan vijftig jaar staan, in onthoofde staat, totdat de doge van Venetië bepaalde dat ze niet moesten worden omgesmolten maar juist tentoongesteld. De paarden symboliseerden dat de rol van Constantinopel als erfgenaam van het Romeinse rijk nu was overgenomen door La Serenissima, de machtige Venetiaanse republiek. Uiteraard moesten de paarden op het mooiste plekje van Venetië komen te staan: op de façade van de San Marco, de belangrijkste kerk van de stad. De kerkbestuurders sputterden tegen, maar toen de doge hen voorhield dat ze de paarden ook konden zien als symbolen voor de vier Evangelisten die de zegekar van Jezus - zijn Woord - door Venetië voerden, gingen ze overstag. Er was toen nog slechts één probleempje. -welk paardenhoofd hoorde op welk paarden- lichaam? De Venetianen zochten naar de beste pasvormen en verborgen de naden netjes onder de originele halsbanden, maar tot op de dag van vandaag is niet met zekerheid te zeggen of de juiste hoofden wel op de juiste lijven zijn geplaatst.

De hoge plek op de San Marco-basiliek was bijzonder goed gekozen. De paarden waren oorspronkelijk ook ontworpen voor zo'n hoge positie en zaten vol visuele trucs. De Duitse schrijver Goethe noteerde tijdens zijn beroemde Italië-reis: “Wat een schitterende paarden”! Het is frappant dat ze van dichtbij zwaar lijken, maar van beneden op het San Marco-plein lichtvoetig als herten. Vanaf hun hoge positie zagen de paarden de geschiedenis van de stad aan zich voorbijtrekken: Marco Polo die vertrok naar het verre en wonderlijke China, de Genuezen die in 1378 de lagune opvoeren en bijna Venetië veroverden, de ridders die in 1571 uitvoeren om de Turken een lesje te leren in de slag bij Lepanto. Vanaf beneden werden de paarden zelfs bekeken door kunstenaars als Verrocchio, Da Vinci en Pisanello, die hen beschouwden als het voorbeeld van de artistieke vitaliteit en expressie uit de klassieke oudheid.


Ondergang van Venetië  
Uiteindelijk onderging Venetië het lot van vele andere imperia: corruptie trad in, de inkomsten slonken en andere machten kwamen op. Aan het eind van de i8de eeuw slaagde een kleine, Corsicaanse generaal - Napoleon Bonaparte - erin om het Franse koninkrijk om te toveren tot keizerrijk van Europese omvang. Noord-Italië, dat hopeloos was verdeeld in kleine staatjes, lag voor het grijpen. Het lekkerste hapje voor de nieuwbakken keizer was de oude Venetiaanse republiek, die rijk maar tandeloos lag te vegeteren. In i797 brachten de Franse soldaten zonder uitnodiging een bezoek aan Venetië. Terwijl de burgers in stille verbijstering toekeken, verwijderden de soldaten de bronzen paarden van de San Marco en namen ze met talloze andere kunstschatten  mee naar Parijs, waar ze in een grootse processie werden ingevoerd. “Wie de paarden bezit, is de ware erfgenaam van de Romeinse keizers.” Napoleon onderschreef deze oude, Venetiaanse gedachte en gaf de paarden een prominente plaats in de Franse hoofdstad. Eerst bij de ingang van de Tuilerieën en later bovenop de nieuwe keizerlijke triomfboog Are du Carrousel. In Parijs inspireerden ze een hele generatie neoclassicistische kunstenaars, onder wie Antonio Canova. Elk gebeeldhouwd of geschilderd paard was gebaseerd op de bronzen voorbeelden van San Marco.


Napoleon  
Napoleon was er van overtuigd dat de geschiedenis aan zijn kant stond. Was het bezit van de bronzen paarden niet het ultieme bewijs? Zijn tegenstanders dachten er anders over. Ze sloegen de handen ineen en wisten Napoleon te verslaan. De keizer van Oostenrijk - één van de overwinnaars en tevens nieuwe eigenaar van Venetië - gaf zijn soldaten het bevel de paarden van de Are du Carrousel te slopen, onder luid en bijna gewelddadig protest van de Parijse bevolking. Op een enorm vlot dreven de paarden in 1815 over de lagune naar het San Marco-plein, waar ze met veel ceremonieel vertoon werden geïnstalleerd op de galerij van de San Marco. Daar bleven de edele rossen decennia lang ongestoord staan; zelfs tijdens de gevechten, die ertoe leidden dat Venetië zich in 1866 aansloot bij het nieuwe koninkrijk Italië.


Sluipende zuren   |
Italië raakte betrokken in de Eerste Wereldoorlog. Omdat de strijd rampzalig verliep en de Oostenrijkse vijanden al bijna voor de poorten van Venetië stonden, werden de paarden in 1915 in allerijl van hun galerij gehaald, in strobalen verpakt en naar Rome vervoerd. Daar werden ze eerst in de Engelenburcht geplaatst, later kregen ze een mooi plaatsje in de tuin van het Palazzo Venezia.


Tweede Wereldoorlog
Toen  werden de paarden - toen Italië vanaf 1942 in rap tempo bezig was de oorlog te verliezen en gevreesd werd voor grootscheepse, geallieerde bombardementen - in veiligheid gebracht in het Benedictijner klooster van Praglia (bij Padua) en later in de kelders van het dogenpaleis. De gevaarlijkste vijand van de beelden bleek uiteindelijk de minst zichtbare te zijn. Minuscule deeltjes zwavelzuur en ammoniak vraten zich tussen de flinterdunne goudlaag en de bronzen lichamen. Het goud dat eeuwenlang de elementen had getrotseerd was niet bestand tegen de sluipmoord van de zure regen en liet los. Het onderliggende brons begon te corroderen. Een gecoördineerde reddings- actie in de jaren zeventig voorkwam dat de paarden te gronde gingen. De restauratie werd voltooid in 1982. Sinds die tijd staan de paarden veilig in de San Marco-basiliek.

Bron: ITALIE Magazine winter 02/03, Jaargang 13, nr 4. Tekst Ronald Kuipers